Investeer in werknemers

9. INVESTEER IN WERKNEMERS


Goede opgeleide en gemotiveerde werknemers zijn essentieel voor een sterke en duurzame maakindustrie. Inzake productiviteit behoren onze werknemers nog steeds tot de wereldtop. Tegelijkertijd kampen onze metaalbedrijven met een grote personeelskrapte (net zoals dat geldt in veel andere sectoren). Een aantrekkelijke, zinvolle en maatschappelijk relevante job is noodzakelijk om genoeg mensen warm te maken voor een job in de maakindustrie. Volgende punten zijn voor ons cruciaal:


Investeer in werkbaar werk en duurzame loopbanen.


In de metaalindustrie heeft 31,1 % van de arbeiders één of meerdere werkstressklachten en 11,2 % vertoont symptomen van burn-out (SERV, 2023). Investeringen in werkbaar werk blijven dus noodzakelijk.


Ons loopbaanfonds mtech+ speelt hier een belangrijke rol, onder meer in het aanbieden van opleidingen voor leidinggevenden en het ondersteunen van bedrijven en/of werknemers in transitie.


Maar er is meer nodig. Werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor een veilige werkplek, voldoende autonomie en een aanvaardbare werkdruk. Via de paritaire comités zijn bijkomende inspanningen nodig (uitbouwen cao’s werkbaar werk).


De overheid en de sociale partners moeten de mogelijkheden voor een betere werk-privébalans versterken in plaats van afbouwen (zoals tijdskrediet om voor de kinderen te zorgen, landingsbanen voor oudere werknemers, …).


Oudere werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om het rustiger aan te doen in de laatste fase van hun loopbaan, in de eerste plaats via landingsbanen maar ook via aangepast werk.

Investeer in opleiding.


De vaardigheden en kennis die werknemers nodig hebben evolueren razendsnel. Levenslang leren is noodzakelijk.


In onze metaalindustrie (PC 111) bestaat een individueel opleidingsrecht van 5 dagen per werknemer per jaar. In de praktijk is dat recht niet afdwingbaar, zeker niet in bedrijven zonder syndicale delegatie. Er is nood aan een afdwingbaar recht aan opleiding: elke werknemer moet zijn opleidingsrecht ten gelde kunnen maken.


Er is extra ondersteuning nodig voor oudere werknemers wat digitale vaardigheden betreft.  


Vooraleer werknemers in tijdelijke werkloosheid worden geplaatst, moet eerst bekeken worden of ze geen bedrijfsrelevante opleiding kunnen volgen (tijdens de werkuren en met behoud van loon).


Werknemers in tijdelijke werkloosheid kunnen op eigen initiatief gratis opleiding volgen via de VDAB en via ons loopbaanfonds mtech+ (PC 111). Toch wordt dat nauwelijks gedaan (slechts 1 op 30 tijdelijk werklozen volgt een VDAB-opleiding). Levenslang leren is dus niet alleen een verantwoordelijkheid van de werkgever maar ook van de werknemer. ABVV-Metaal zal extra sensibiliseren over het gratis opleidingsaanbod en wil dat er een financiële stimulans komt voor werknemers die op eigen initiatief opleiding volgen wanneer ze tijdelijk werkloos zijn (een aanvulling op de uitkering tijdelijke werkloosheid, eventueel via het Fonds voor Bestaanszekerheid).


Via ons loopbaanfonds mtech+ heeft elke werknemer recht op een loopbaanrekening ter waarde van 1.000 euro per jaar om op eigen initiatief en in de vrije tijd opleiding te volgen (deze opleidingen mogen los staan van de huidige job). ABVV-Metaal zal de werknemers extra sensibiliseren om er gebruik van te maken.

Investeer in koopkracht.


Vakbonden moeten opnieuw werk kunnen maken van hogere lonen in die sectoren en bedrijven waar dat mogelijk is. Als de productiviteit en/of de winst stijgt, moeten werknemers hun deel krijgen. We blijven herhalen dat de loonwetgeving (1996, 2017) moet aangepast worden.

Investeer in technisch onderwijs en in het imago van de maakindustrie.


Een recordaantal leerlingen volgt vandaag een technische of beroepsopleiding (in 5 jaar tijd is het aantal leerlingen met ruim 17 % gestegen). Deze positieve evolutie is het gevolg van enerzijds de modernisering van het secundair onderwijs en anderzijds de opwaardering van technisch geschoolde profielen op de arbeidsmarkt.

Er bestaat echter nog steeds een grote krapte aan technisch geschoolde werknemers, een krapte die door de vergrijzing nog zal toenemen. Inspanningen blijven dus nodig, zowel via de overheid als via de sector (bijvoorbeeld via promotiecampagnes).